Sinds 1 juli 2017 is de mogelijkheid om pensioen in eigen beheer op te bouwen voor jou als dga afgeschaft. Maar wat te doen met de bestaande pensioenvoorziening in eigen beheer? Je kunt kiezen uit drie mogelijkheden: afkopen met een belastingkorting, omzetten in een oudedagsvoorziening of niets doen.
Je hebt nog tot 1 januari 2020 om je keuze te maken. Afhankelijk van jouw keuze moet je partner instemmen en heb je een informatieplicht richting de Belastingdienst. In deze advieswijzer lees je hier meer over.
Einde pensioen in eigen beheer
Het pensioen in eigen beheer kent de nodige voordelen, maar ook de nodige knelpunten. Deze knelpunten worden grotendeels veroorzaakt doordat de fiscale regels voor waardering van de pensioenverplichting afwijken van de commerciële regels.
Voor jouw pensioen in eigen beheer is op de balans van de bv een voorziening gevormd. De hoogte van deze voorziening is gebonden aan fiscale regels. Deze voorziening noemen we de fiscale waarde. Daarnaast kennen we ook een commerciële waarde van het pensioen. Dat is een indicatie van hoeveel het pensioen op dit moment echt waard is. Deze waarde wijkt af van de fiscale waarde en is op dit moment soms wel twee tot drie keer zo hoog. Door die afwijking is het voor veel dga’s lastig om dividend uit te keren. Ook bij echtscheiding kan men in de problemen komen als het deel van de pensioenvoorziening van de ex-partner tegen commerciële waarde moet worden verdeeld.
Als oplossing voor de knelpunten heeft het kabinet ervoor gekozen het pensioen in eigen beheer af te schaffen per 1 april 2017. Na een uitloop van drie maanden tot 1 juli 2017 is de pensioenopbouw in eigen beheer nu definitief ten einde gekomen.
Keuzemogelijkheden
Voor iedereen die een pensioen in eigen beheer heeft opgebouwd, is er een overgangsregime tot en met 31 december 2019, waarin je moet kiezen wat je wenst te gaan doen met je bestaande pensioenvoorziening in de bv. Je hebt drie mogelijkheden: afkopen, omzetten of laten staan. Aan jou de keuze!
Let op! Het is aan jou welke mogelijkheid je kiest. Laat je hierover goed adviseren, want alle drie de mogelijkheden kennen zo hun eigen voor- en nadelen.
MOGELIJKHEID 1: AFKOPEN MET EEN BELASTINGKORTING
Je kunt het reeds opgebouwde pensioen in eigen beheer fiscaal vriendelijk met een belastingkorting afkopen. Daarbij wordt jouw pensioenaanspraak zonder fiscale gevolgen afgestempeld van commerciële waarde naar fiscale (balans)waarde. Met dit afstempelen geef je dus een deel van je pensioenaanspraak prijs, namelijk het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde van de aanspraak.
De afgestempelde pensioenaanspraak kan je vervolgens fiscaal vriendelijk in één keer met een belastingkorting volledig afkopen. Deze jaarlijks aflopende korting geldt nog tot eind 2019 en wordt maximaal verleend over de fiscale (balans)waarde van de pensioenverplichting op 31 december 2015. Over de waardestijgingen na die datum wordt geen korting verleend. Bij een waardedaling krijg je de korting over de afkoopwaarde.
Belastingkorting
In 2017 bedroeg de belastingkorting 34,5% en in 2018 25%. In 2019 bedraagt de belastingkorting 19,5%. Er is dan loonheffing verschuldigd over 80,5% van de fiscale balanswaarde van de pensioenaanspraak op 31 december 2015. De waardestijgingen na die datum zijn volledig belast. Is er sprake van een waardedaling, dan betaal je 80,5% loonheffing over de afkoopwaarde. Verder bent je geen revisierente verschuldigd.
Let op! De afkoopsom moet als loon uit vroegere dienstbetrekking in de aangifte loonheffingen worden aangegeven. Afhankelijk van jouw situatie, is over de afkoopsom ook de werkgeversheffing Zvw (Zorgverzekeringswet) verschuldigd of de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw.
Let op! Afkoop is na 2019 niet meer toegestaan. Doe je dat wel, dan betaal je daar flink loonbelasting over. Ook ben je dan 20% revisierente verschuldigd.
Tip: laat je goed adviseren over afkoop. Door de belastingkorting klinkt dit extra aantrekkelijk, maar dat is het niet altijd. Bovendien moet je toch over een fors bedrag direct belasting betalen en dat geld is wellicht niet beschikbaar. Afkoop is dan ook niet altijd mogelijk. Van belang is ook dat in 2019 de tarieven in de inkomstenbelasting flink verlaagd zijn. Afhankelijk van jouw situatie is het dan mogelijk toch voordeliger om niet tot afkoop over te gaan. Anderzijds kan het wellicht juist wel voordelig zijn om nog in 2019 tot afkoop over te gaan om hiermee de rekening-courantschuld af te lossen. Dit in het kader van de voorgestelde € 500.000 dga-taks-maatregelen.
Let op! Heb je op tijd (terughaalverzoek vóór 1 juli 2017) een extern verzekerd pensioendeel teruggehaald naar eigen beheer, dan kan ook dit deel worden afgekocht. De belastingkorting geldt echter niet voor dit deel.
Tip: ook een reeds ingegaan pensioen in eigen beheer (je hebt al pensioenuitkeringen uit de bv ontvangen) kan met een belastingkorting worden afgekocht. Omdat je pensioen al is ingegaan, zal de fiscale (balans)waarde op het moment van afkoop veelal lager zijn dan de fiscale waarde eind 2015. De belastingkorting wordt voor jou berekend over die lagere fiscale (balans)waarde.
Let op! Heb je naast pensioen in eigen beheer ook nog een stamrecht in de bv? Die stamrechtverplichting kan zorgen voor een kink in de kabel van afkoop. Laat je hierover goed adviseren.
Je partner bij afkoop
Je (ex-)partner zal moeten instemmen met de afkoop. Dit heeft namelijk ook gevolgen voor zijn of haar pensioenrechten. Ook je partner zal hierover dus moeten worden geadviseerd. Het verdient de voorkeur (en mogelijk moet het zelfs wegens zorgplicht van de accountant) dat dit door een andere adviseur gebeurt dan door de eigen accountant of belastingadviseur. Om mogelijke problemen in de toekomst te voorkomen, zijn goede afspraken noodzakelijk!
Ook een eventuele compensatie – zeker als je onder huwelijkse voorwaarden bent gehuwd – is mogelijk onderdeel van gesprek. Per slot van rekening verliest je partner bij afkoop zijn of haar rechten op een deel van het in eigen beheer opgebouwde ouderdomspensioen (partnerpensioen). Bovendien kan sprake zijn van een (belaste) schenking als de partner onvoldoende of niet gecompenseerd wordt voor het afzien van zijn/haar rechten. Of en hoe hoog een eventuele compensatie moet zijn, hangt af van jouw persoonlijke situatie. Gangbare regels zijn daarvoor niet te geven.
Tip: omdat er na afkoop geen pensioen in eigen beheer meer is, is er ook geen partnerpensioen meer. Wat dit betekent als je onverhoopt komt te overlijden, is een belangrijke vraag.
De toestemming van de (ex-)partner met de afkoop moet je kenbaar maken aan de Belastingdienst. Dit moet met een speciaal formulier dat te downloaden is van de website van de Belastingdienst en die je samen met je (ex-) partner moet ondertekenen. Ontbreekt de handtekening – indien vereist – van de partner of ex-partner op het ingeleverde formulier, dan krijg je alsnog zes weken de tijd dit te herstellen.
Let op! Ondertekening van dit formulier door je ex-partner is niet nodig als destijds bij echtscheiding conversie van pensioenaanspraken heeft plaatsgevonden. Door die conversie heeft je ex-partner een eigen recht op pensioen gekregen.
Informatieplicht
Met dit speciale informatieformulier moet je binnen één jaar na de afkoop van het opgebouwde pensioen in eigen beheer dan wel de omzetting van het eigenbeheerpensioen in een oudedagsverplichting (zie hierna), de volgende gegevens bij de Belastingdienst aanleveren:
persoonsgegevens (zoals naam en burgerservicenummer) van jezelf en je eventuele (ex-)partner;
gegevens van je bv waarin het pensioen in eigen beheer is ondergebracht;
de door jou gemaakte keuze: afkoop of omzetten van de fiscale pensioenaanspraak;
het tijdstip van de afkoop of omzetting;
de fiscale balanswaarde van de pensioenaanspraak op drie verschillende momenten: 1 januari 2015, 31 december 2015 en op het moment van afkoop of omzetting;
de commerciële balanswaarde van de pensioenaanspraak op de datum van afkoop of omzetting;
bij omzetting in een oudedagsverplichting: of je samen met je partner afspraken hebt gemaakt over de verdeling van deze oudedagsverplichting in geval van echtscheiding.
Let op! Het is belangrijk dat je op tijd (binnen één jaar na het tijdstip van afkoop of omzetting) aan de informatieplicht voldoet. De Belastingdienst beschouwt de pensioenaanspraak anders als ‘onzuiver’, waardoor je alsnog belasting moet betalen over de commerciële waarde van de gehele pensioenaanspraak en je ook nog eens 20% revisierente bent verschuldigd.
MOGELIJKHEID 2: OMZETTEN IN EEN OUDEDAGSVERPLICHTING
Je kunt je opgebouwde pensioen in eigen beheer omzetten in een oudedagsverplichting. Ook dan vindt eerst zonder fiscale gevolgen de afstempeling van de pensioenaanspraak plaats van commerciële waarde naar fiscale (balans)waarde. Deze afgestempelde pensioenaanspraak wordt vervolgens omgezet in een spaarverplichting voor de oude dag. Deze omzetting kan tot uiterlijk 31 december 2019.
Bij deze mogelijkheid houd je het geld en de aanspraak voor de oude dag binnen de bv. Na omzetting in de oudedagsverplichting is geen verdere opbouw meer mogelijk. Wel moet het oudedagspotje tot pensioendatum jaarlijks worden opgerent tegen de voorgeschreven marktrente.
Let op! De oudedagsverplichting is een spaarregeling bij de eigen bv. Het rendement op sparen is momenteel erg laag. Je oudedagsverplichting zal daardoor met de jaarlijkse oprenting niet hard groeien. Het is dus onzeker hoeveel ‘pensioen’ je bv later aan jou kan uitkeren.
Bij het bereiken van de pensioendatum ontvang je vanuit de bv gedurende twintig jaar oudedagsuitkeringen. Belastingheffing vindt pas plaats in die uitkeringsfase. Gaan de uitkeringen eerder in dan de AOW-gerechtigde leeftijd (maximaal vijf jaar vóór die leeftijd), dan moet de twintigjaarstermijn worden verlengd met die extra jaren (in maanden nauwkeurig).
Tip: het is mogelijk om de oudedagsverplichting alsnog af te kopen. Doe je dit in 2019, dan kan je profiteren van de belastingkorting. Na 2019 ben je bij afkoop over de volledige oudedagsverplichting loonbelasting en revisierente verschuldigd.
Let op! Heb je, met een terughaalverzoek vóór 1 juli 2017, een extern verzekerd pensioendeel teruggehaald naar eigen beheer, dan kan ook dit deel in 2019 worden omgezet in een oudedagsverplichting.
Tip: ook een reeds ingegaan pensioen in eigen beheer (je hebt al pensioenuitkeringen uit de bv ontvangen) kan worden omgezet in een oudedagsverplichting.
Afstorten
Je kunt de oudedagsverplichting ook gebruiken voor een lijfrente bij een bancaire instelling of een verzekeringsmaatschappij. Deze omzetting van een oudedagsverplichting naar een lijfrente kan op ieder gewenst moment, dus ook wanneer je al oudedagsuitkeringen hebt ontvangen. In dat laatste geval gelden wel enkele aanvullende voorwaarden.
Let op! Zet je de oudedagsverplichting om in een lijfrente, dan moet je wel voldoen aan de voorwaarden die gelden voor een lijfrente.
Tip: breng je je oudedagsverplichting geheel of gedeeltelijk onder in een lijfrente, dan heb je qua uitkeringsduur meer mogelijkheden dan de vaste twintig jaar die geldt bij de oudedagsverplichting. Afhankelijk van de door jou gekozen lijfrentevorm gelden andere uitkeringstermijnen en dat geeft je iets meer speelruimte.
De partner bij omzetten
Net als bij de afkoopmogelijkheid is de procedure bij het omzetten van het eigenbeheerpensioen naar een oudedagsverplichting wat betreft de partner hetzelfde. Jouw (ex-)partner zal met de omzetting moeten instemmen. Ter bescherming van zijn of haar rechten zal de partner hierover goed moeten worden geïnformeerd. Ook een compensatie aan de partner voor het verlies van zijn of haar rechten op een deel van het in eigen beheer opgebouwde ouderdomspensioen (partnerpensioen) kan aan de orde zijn.
De toestemming met de omzetting in een oudedagsverplichting moet eveneens kenbaar worden gemaakt aan de Belastingdienst. Daarvoor dient het speciale informatieformulier waarmee je je keuze voor afkoop of omzetting doorgeeft (zie voorgaand) en die je samen met je (ex-)partner moet ondertekenen. Tevens dient op dit formulier te worden aangegeven of er een regeling in verband met echtscheiding is getroffen.
Let op! Dien het ingevulde en ondertekende formulier binnen één jaar na de omzetting van het eigenbeheerpensioen in een oudedagsverplichting in bij de Belastingdienst. Je riskeert anders een ‘onzuivere’ pensioenaanspraak.
Let op! Bij overlijden van de dga kan de vererving van de oudedagsverplichting anders uitpakken dan voorheen de pensioenaanspraken. Ook bestaan er meer keuzemogelijkheden dan er voorheen met het pensioen waren. In sommige gevallen kan het vanuit ‘estate planning’ bezien wellicht dan ook raadzaam zijn om afspraken omtrent de (vererving van de) oudedagsverplichting vast te leggen in een testament.
Indexatielasten
Is jouw pensioenverplichting ondergebracht in een aparte bv (extern pensioen in eigen beheer), dan kan er nog een indexatiekwestie spelen. Met op de fiscale balans geactiveerde kosten en lasten voor de toekomstige indexatie moet op de volgende manier worden omgegaan:
wordt het pensioen in eigen beheer fiscaal gefaciliteerd afgekocht, dan mogen deze indexatiekosten en lasten op het moment van afkoop in één keer worden afgetrokken van de winst. Wordt het pensioen in eigen beheer omgezet in een oudedagsverplichting, dan mogen geactiveerde indexatiekosten en lasten in gelijke jaarlijkse delen in aftrek worden gebracht.
Let op! Aftrek (in één keer bij afkoop en in termijnen bij omzetting) is in principe alleen mogelijk als er in een uiterlijk op 20 september 2016 gedane aangifte vennootschapsbelasting een actiefpost is opgenomen voor toekomstige indexatie.
MOGELIJKHEID 3: HET PENSIOEN IN EIGEN BEHEER ONGEWIJZIGD LATEN
Je kunt er ook voor kiezen om niets te doen, oftewel het pensioen in eigen beheer te laten staan. De huidige regels blijven dan gelden. Er kan echter sinds 1 juli 2017 geen verdere opbouw aan het eigenbeheerpensioen meer plaatsvinden. De jaarlijkse actuariële oprenting van de reeds opgebouwde pensioenrechten is wel verplicht en, afhankelijk van de pensioentoezegging, is mogelijk ook jaarlijkse indexering nodig.
Het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde van je pensioenaanspraak blijft bestaan. Op pensioeningangsdatum zal de bv de pensioenreservering aan jou gaan uitkeren, zoals dit is vastgelegd in de pensioenovereenkomst tussen jou en de bv.
Let op! Houd je het pensioen in eigen beheer in stand, pas dan extra op met dividenduitkeringen. Een dividenduitkering is namelijk pas mogelijk als er voldoende vermogen in je bv is en blijft voor de dekking van het pensioen. Om dit te bepalen, moet je niet uitgaan van de fiscale waarde van de pensioenverplichting zoals die op de balans staat, maar van de commerciële waarde.
Ten slotte
Het overgangsregime vervalt per 2020. Vóór die tijd zal je een keuze voor jouw huidige eigenbeheerpensioen moeten hebben gemaakt: afkopen, omzetten of laten staan. Nu verdere pensioenopbouw in de bv sinds 1 juli 2017 niet meer mogelijk is, zal je ook na moeten denken over de toekomstige jaren. Hoe ziet in financieel opzicht je onbezorgde oude dag eruit? Je kunt besluiten om door te gaan met de opbouw van pensioen bij een verzekeringsmaatschappij of misschien is een (bancaire) oudedagslijfrente voor jou een optie. Mogelijk heb je een flinke ‘buffer’ opgebouwd in je bv, voor voldoende dividenduitkeringen na je pensionering. Waar je ook voor kiest, laat je goed adviseren!