top of page

Door onder meer functienaam ‘in opleiding’ toch studiekostenbeding

Mag je als werkgever overgaan tot verrekening van de studiekosten met de te betalen transitievergoeding als je het dienstverband beëindigt? Belangrijk zijn de afspraken over opleiding, de titel van de functie en de verslaglegging van het functioneren van de werknemer.


Om wie ging het?

Deze vraag stond centraal in een onlangs gevoerde procedure. Het ging hier om een werknemer die was aangenomen als 'pedagogisch medewerker in opleiding' op grond van een BBL-arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Werkgever en werknemer sloten hierbij ook een studiekostenbeding voor de opleiding Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker (GPM4).


Wat was de situatie?

De werkgever beëindigde het dienstverband en ging over tot verrekening van de studiekosten - bijna € 1.000 - met de transitievergoeding. De werknemer kon zich hier niet in vinden en startte een procedure. In de wet is bepaald dat de werkgever verplichte scholing moet betalen. Een uitzondering hierop vormen startkwalificaties en beroepsopleidingen die werknemers verplicht moeten volgen voor het verkrijgen, behouden of vernieuwen van een beroepskwalificatie. Die moet de werknemer betalen. De rechter oordeelde dat de opleiding in deze casus geldt als een beroepsopleiding tot het verkrijgen van een beroepskwalificatie, maar dat de werknemer hier voor haar functie niet over hoefde te beschikken omdat dit nergens schriftelijk was vastgelegd. Bovendien ging het om de toevoeging ‘in opleiding’ in haar functietitel.


Geen verplichte opleiding

Dat de werknemer de opleiding niet voor haar functie nodig had en dat zij nog een functie in opleiding had, impliceert dat de werkgever niet verplicht was de opleiding aan te bieden. Aangezien het hier een beroepsopleiding betrof, is het studiekostenbeding geldig. Verder stond in het studiekostenbeding dat de werknemer alleen studiekosten terug hoeft te betalen als zij op eigen initiatief het dienstverband eindigt. Dit was hier niet aan de orde omdat de werkgever haar tijdelijke contract niet had verlengd. Dit omdat zij een verkeerde werkhouding had, regelmatig te laat kwam en haar afspraken over de opleiding niet nakwam. Ter onderbouwing was een rapport van de praktijkopleider ingebracht.


Verrekening geoorloofd

De rechter kon dit betoog volgen en was van oordeel dat de werknemer door haar houding er ten minste mede toe heeft bijgedragen dat de arbeidsovereenkomst niet is verlengd. Daarom mag de werkgever toch een beroep doen op het studiekostenbeding en een deel van de studiekosten in rekening brengen van de werknemer. Een mogelijkheid was om dit te verrekenen met de te betalen transitievergoeding.


Subsidie voor opleiding

De werknemer voerde nog aan dat de werkgever subsidie heeft gekregen voor haar opleiding en dat met die subsidie bij de hoogte van de opleidingskosten rekening gehouden moet worden. De werkgever bracht hiertegen in dat de subsidie voor gemaakte begeleidingskosten was en niet voor de opleidingskosten. De werknemer weersprak dit standpunt onvoldoende. Dit leidde dus ook niet tot een beperking van de verrekening.

Comments


Commenting has been turned off.
bottom of page