De handhaving zal na de evaluatie van de webmodule (gefaseerd) worden opgestart. Dit zal op zijn vroegst in oktober 2021 worden beslist. Dit betekent echter niet dat er nu geen toezicht wordt gehouden. De Belastingdienst kan alleen handhaven als sprake is van kwaadwillendheid of als aanwijzingen niet binnen een redelijke termijn zijn opgevolgd.
Wanneer kwaadwillend?
Een werkgever wordt als kwaadwillend beschouwd als deze ‘opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking’. Hiervoor moet worden bewezen dat sprake is van drie dingen:
een(fictieve) dienstbetrekking
evidente schijnzelfstandigheid
opzettelijke schijnzelfstandigheid
Aanwijzingen
Het kan ook voorkomen dat bij een controle niet direct wordt geconstateerd dat sprake is van kwaadwillendheid, maar dat wel blijkt dat sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking. In dat geval wordt nog niet gehandhaafd, maar kan de Belastingdienst wel aanwijzingen opleggen. Met deze aanwijzingen moet de werkgever vervolgens aan de slag om:
de arbeidsrelatie zo vorm te geven dat er sprake is van werken buiten dienstbetrekking, of
de arbeidsrelatie als dienstbetrekking te verwerken in de aangifte.
Voor het opvolgen van aanwijzingen krijgt een werkgever doorgaans drie maanden de tijd. Wordt na die drie maanden geconstateerd dat de aanwijzingen niet voldoende zijn opgevolgd? Dan kan alsnog worden gehandhaafd.
Let op! Er wordt tot zeker 1 oktober 2021 gecontroleerd op kwaadwillendheid.