EINDEJAARSTIP | De kleine ondernemersregeling (KOR) is sinds 2020 een vrijstellingsregeling. Ondernemers met een lagere jaaromzet dan € 20.000 kunnen hiervoor kiezen. De regeling is niet verplicht. De keuze voor de KOR houdt in dat je geen btw in rekening hoeft te brengen en automatisch bent ontheven van allerlei btw-verplichtingen.
Let op! Je verliest ook het recht op btw-aftrek. De KOR geldt ook voor rechtspersonen, zoals bv’s, stichtingen en verenigingen. Ondernemers die hebben gekozen voor de KOR en die vervolgens in de loop van enig jaar de omzetgrens van € 20.000 overschrijden, worden vanaf dat moment weer btw-plichtig.
Met name voor ondernemers die te maken hebben met afnemers/klanten die de btw niet kunnen terugvragen, kan de KOR uitkomst bieden.
Tijdig melden
Ondernemers die de KOR willen toepassen, moeten dit tijdig melden bij de inspecteur. Het aanmeldformulier hiervoor moet uiterlijk vier weken voor de ingangsdatum van het aangiftetijdvak waarin je de KOR wil laten ingaan, door de Belastingdienst zijn ontvangen.
Let op! Wil je vanaf 2025 van de KOR gebruikmaken, meld je hiervoor dan uiterlijk eind november 2024 aan.
Wijzigingen
De KOR wordt per 1 januari 2025 flexibeler, omdat je de KOR na aanmelding niet meer verplicht minstens drie jaar hoeft toe te passen. Deze eis geldt nu nog wel. Ook hoef je voortaan niet meer drie jaar te wachten als je je opnieuw voor de KOR wil aanmelden. Vanaf 1 januari 2025 is deze wachttijd beperkt tot de rest van het jaar waarin je je hebt afgemeld en het erop volgende jaar. Een andere wijziging is dat buitenlandse ondernemers met een vaste inrichting in Nederland de KOR niet meer kunnen toepassen.
KOR voor EU-landen
Vanaf 1 januari 2025 is het ook mogelijk de KOR aan te vragen voor EU-landen waar je zaken mee doet. Je bepaalt zelf voor welke landen je de KOR aanvraagt. Je hoeft daar dan ook geen btw-aangiftes te doen. Wel moet je ieder kwartaal aan de Nederlandse belastingdienst een overzicht geven van de omzet die je in het kwartaal in de EU hebt behaald. Voor de EU-KOR is vereist dat je hoofdvestiging in Nederland ligt. De omzet mag in alle EU-landen inclusief Nederland maximaal € 100.000 bedragen. Ook geldt voor de deelnemers de nationale omzetgrens van het EU-land waar ze de vrijstelling willen toepassen. In Nederland bedraagt deze dus € 20.000.